Paragraaf 1 Webopdrachten

Web-opdrachten bij hoofdstuk 2: een eigen levensbeschouwelijk huis

Lees eerst de onderstaande tekst en werk daarna aan de bijbehorende opdrachten.

1. Een huis als een beeld voor je levensbeschouwing

Je levensbeschouwing kun je vergelijken met een huis waarin je woont. Een huis is een beeld (of: een metafoor) voor levensbeschouwing. Dit beeld gebruiken we in deze slotparagraaf om duidelijk te maken hoe veel Nederlanders (zeker jongeren) hun levensbeschouwing ontwikkelen.

Een degelijk gebouwd huis heeft een stevige fundering: daarop rusten de muren en eigenlijk het hele huis. De fundering van het huis kun je vergelijken met het fundament in je levensbeschouwing: dat wat in je leven het belangrijkste is, datgene waar al het andere op rust.

Die fundering van je levensbeschouwelijk huis kan bestaan in de overtuiging dat de mensen om je heen het allerbelangrijkste zijn, maar ook in de overtuiging dat God het belangrijkste is, of alles wat leeft. Op die fundering (overtuiging) rust vervolgens een heel bouwwerk aan levensbeschouwelijke opvattingen.

Dat niet alle levensbeschouwelijke huizen er hetzelfde uitzien, zal daarom duidelijk zijn: het levensbeschouwelijke huis van een humanist verschilt van dat van een moslim; dat van een jood, hindoe, hedonist, christen of wicca ziet er weer anders uit. Gemeenschappelijke levensvisies als christendom en islam beschikken over een soort standaardhuis waar hun volgelingen in wonen. Christenen onderling hebben immers ongeveer dezelfde levensovertuiging evenals moslims onderling.

2. De levensbeschouwelijk doe-het-zelver

Sinds de Tweede Wereldoorlog is sprake van een massaal ledenverlies bij de grote kerken. Veel traditionele kerkgangers vonden de antwoorden op hun levensvragen die de kerken gaven niet bevredigend. Of de ‘antwoorden’ die ze kregen (dat wat in de kerk werd gezegd), waren geen antwoorden op levensvragen die ze zelf stelden.

Jarenlang hadden ze in een christelijk huis gewoond maar nu voelden ze zich er niet meer thuis en kregen het gevoel in een vreemd huis te wonen, ze verlieten de kerk. Een deel van hen sloot zich niet aan bij een andere georganiseerde levensbeschouwing maar ging zelf aan de slag met zijn levensvragen. Zo ontstond een grote groep levensbeschouwelijke doe-het-zelvers: mensen die hun eigen levensbeschouwelijke huis bouwen.

Om een huis te bouwen, heb je natuurlijk heel wat bouwmaterialen nodig. Die zijn in onze samenleving volop aanwezig. Levensbeschouwelijke doe-het-zelvers gaan daarom regelmatig shoppen bij grote levensbeschouwelijke tradities als humanisme, christendom, islam en jodendom. Maar ook de milieubeweging en Amnesty, of wicca en oosterse wijsheid kunnen bruikbare ideeën leveren. Zelfs een songtekst of goede film kan geschikt bouwmateriaal bevatten. Doe-het-zelvers kiezen uit al dat verschillend materiaal wat ze kunnen gebruiken en bouwen daarmee hun eigen huis.

Een huis waarvan jezelf het ontwerp hebt gemaakt en dat je zelf hebt gebouwd, is echt jouw huis. In zo’n huis kun je je werkelijk thuis voelen. Als je huis je na verloop van tijd niet meer bevalt, kun je het ook verbouwen. Je neemt dan iets nieuws (wat jij waardevol vindt) over en past dat in je eigen levensbeschouwing in. Je past je levensbeschouwelijk huis aan, verbouwt het een beetje of heel ingrijpend. Levensbeschouwelijke doe-het-zelvers blijven hun hele leven een beetje zoeken: hun levensbeschouwelijk huis staat regelmatig in de steigers, zou je kunnen zeggen.

3. Een levensbeschouwelijk thuis

Degenen die tot een gemeenschappelijke levensbeschouwing behoren zoals christenen of moslims, hoeven hun levensbeschouwelijk huis niet zelf te ontwerpen. Christendom en islam beschikken namelijk beide over een levensbeschouwelijk modelhuis dat je kunt nabouwen. Ook in zo’n huis kunnen mensen zich prima thuis voelen: niet iedereen gaat immers aan de slag om een heel eigen ontwerp van een huis te maken, dus om overal te zoeken naar antwoorden op levensvragen.

Maar omdat er geen twee mensen op de wereld zijn met precies dezelfde levensbeschouwing, bestaat er ook bij zo’n ‘standaardhuis’ wel ruimte om het een beetje naar eigen inzicht in te richten. Natuurlijk is dat ook afhankelijk van hoe vrij een gemeenschappelijke levensbeschouwing haar aanhangers laat.

Voor de duidelijkheid: je dient dus onderscheid te maken tussen ‘een beetje naar eigen inzicht inrichten’ en ‘een ingrijpende verbouwing’ (en natuurlijk ook: ‘een eigen huis bouwen’). Iemand die zich bij een gemeenschappelijke levensbeschouwing thuis voelt, beperkt zich dan ook tot ‘het een beetje inrichten van het eigen huis’ maar zal niet aan een grondige verbouwing van het huis beginnen want dan zou hij immers niet langer bij die levensbeschouwing horen.

 

Web-opdracht 1

Geef een voorbeeld van iemand die zich in zijn levensbeschouwelijk huis niet thuis voelt. Denk goed na!

 

Web-opdracht 2

a. Hoe ben jij met je levensbeschouwing bezig? Hoe ontwikkel jij ideeën over wat goed is? Over wat zinvol is en gelukkig maakt?                                                                                                                            ja         soms            nee

1. Door goed op te letten wat er in de kerk/moskee gezegd wordt.
2. Door goed de mening van mijn ouders in me op te nemen.
3. Door er met vrienden(innen) over te praten.
4. Lezen in allerlei tijdschriften en boeken.
5. Door na te denken over goede songteksten.
6. Meningen en discussies op tv en internet volgen.
7. Bij sommige lessen op school.
8. Door na te denken over wat ik zelf meemaak.

b. Bekijk wat je bij 1 t/m 8 hebt ingevuld nog eens. Tot welke van de volgende vier onderstaande conclusies leidt datgene wat je hebt ingevuld?

1. Ik gebruik de bouwtekening voor een levensbeschouwelijk huis zoals ik die van thuis heb meegekregen en pas daar niets of bijna niets op aan.
2. Ik verricht behoorlijk wat aanpassingen op de tekening die ik van huis heb meegekregen.
3. Ik maak gebruik van een bouwtekening die ik van elders heb; dat huis zal er heel anders uitzien dan mijn ouderlijk huis.
4. Ik maak helemaal zelf een ontwerp voor mijn levensbeschouwelijk huis.

Web-opdracht 3

Het bouwen van een echt huis vraagt heel wat vaardigheden, anders vertoont het huis gebreken of stort het zelfs in.

Veel mensen bouwen tegenwoordig hun eigen levensbeschouwelijk huis. Denk je dat iedereen in staat is een degelijk eigen levensbeschouwelijk huis te bouwen? Wat zou er mis kunnen gaan denk je?

Web-opdracht 4

Hieronder staan in de rechterkolom opvattingen die gedeeld worden door veel nieuwe spirituelen zoals we die in dit hoofdstuk zijn tegengekomen. In de linkerkolom staat waar zij veelal kritiek op hebben.

a. Geef telkens aan of je het ‘ja’ eens bent met de kritiek van de nieuwe spirituelen of ‘nee’ niet eens. Als je geen keuze wilt maken bijvoorbeeld omdat je beide afwijst, kun je een streepje zetten.

Kritiek op                                           < - >      Opvatting nieuwe spirituelen                   Mee eens: ja/nee

1. mateloze economische groei          < - >        belang van natuur en milieu   

2. paternalisme                                     < - >        vrouwenemancipatie

3. officiële leer                                      < - >        authenticiteit, zelf zoeken

4. centraal bestuur                               < - >        los georganiseerde groepen

5. samenhangende beweging             < - >        open netwerken

6. geloofswaarheden                           < - >        ervaren wat voor jou waar is

7. opvolgen voorschriften                   < - >         zelf je leven invullen

8. jezelf beschouwen als groepslid    < - >     eigen mix van overtuigingen en praktijken

9. door verstand tot inzicht komen    < - >      persoonlijke openbaring

10. God tegenover mens                       < - >       overal is goddelijke energie

11. lichaam tegenover ziel                    < - >       lichaam en ziel als onverbrekelijke eenheid

12. hemel tegenover aarde                  < - >       de kosmos als een bezield geheel

13. christelijke cultuur en Verlichting  < - >      zeer diverse overtuigingen en praktijken als reïncarnatie, yoga, zen,                                                                                                  waarzeggerij, astrologie, handlezen, magie, spiritisme,
                                                                              natuurgeneeswijze, geneeskrachtige stenen, talismannen,
                                                                              tarotkaarten...

14. maatschappelijke invloed met
je georganiseerde levensbeschouwing    < ->     individuele beleving

15. putten uit vooral één traditie      < - >     ‘shoppen’ in allerlei levensbeschouwingen en culturen

16. gelovige                                        < - >     levensbeschouwelijke verzamelaar

17. de mens is een kwetsbaar wezen     < - >    geloof in je eigen mogelijkheden en succes