Paragraaf 6 Test jezelf

Vraag 1

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

1. In dit hoofdstuk werd de vraag gesteld of de begrippen ‘geluk’ en ‘genot hetzelfde inhouden.
2. We hebben in dit hoofdstuk gezien dat ‘extatisch geluk’ omschreven moet worden als een bijzondere vorm van genot.
3. Vragen over geluk zijn altijd levensbeschouwelijke vragen.
4. Vragen over cosmetische chirurgie zijn altijd levensbeschouwelijke vragen.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 2

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

1. We hebben gezien dat je over geluk wel degelijk iets objectiefs kunt zeggen ook al weten we dat geluk een persoonlijke ervaring is.
2. We hebben geleerd dat uit onderzoek blijkt dat mensen gelukkig zijn als hun basisbehoeften worden bevredigd.
3. We hebben gezien dat het gezegde ‘het geluk is met de dommen’ inderdaad klopt.
4. We hebben in dit hoofdstuk gezien dat het bereikte doel zelf voor mensen altijd het belangrijkste is, niet de weg er naartoe.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 3

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

1. De begrippen ‘genot’, ‘extase’ en ‘geluk’ betekenen hetzelfde.
2. Vijf belangrijke basisbehoeften zijn: goede relaties met anderen, sport, muziek, de hoofdwaarden en zelfontplooiing.
3. Jongeren in andere landen zijn meestal minder gelukkig dan Nederlandse jongeren, zo blijkt uit onderzoek.
4. In dit hoofdstuk hebben we ons onder meer beziggehouden met de vraag of vervulling van je wensen wel of niet per se tot geluk leidt.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 4

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

1. De term ‘hedonisme’ heeft te maken met lichamelijk genieten.
2. Epicurus was een boeddhistische geleerde uit het Centraal-Aziatische koninkrijkje Bhutan.
3. Degenen die graag het geluk van de consumptiemaatschappij verdedigen, spreken wel van ‘de economie van het genoeg’.
4. Epicurus zou beslist kritiek hebben gehad op onze consumptiemaatschappij.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 5

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

1. Volgens Epicurus is het soms beter om genot op korte termijn te mijden zodat je in de toekomst extra kunt genieten.
2. Epicurus stelde dat we niet bang hoeven te zijn voor de dood want eenmaal dood zijn we er niet meer.
3. Op de hedonistische maatschappij wordt onder meer als kritiek geuit dat mensen hogere vormen van geluk niet meer ervaren.
4. Critici van de consumptiemaatschappij stellen ook dat deze maatschappijvorm een rem is op de economie.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 6

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

1. Volgens de filosoof Joep Dohmen gaat er tegenwoordig een grote druk uit om gelukkig te zijn: je behoort gelukkig te zijn!
2. In de voorbij eeuwen ging het eerder om je plicht doen tegenover anderen en God dan om zelf gelukkig te worden, aldus Joep Dohmen.
3. De metafoor van de brede en de smalle weg paste goed bij een cultuur waarin het meer ging om je plicht doen dan om aards genieten.
4. De gedachte dat je je geluk helemaal zelf in de hand hebt was vroeger populair; tegenwoordig beweert niemand dat meer.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 7

Welke van de volgende uitspraken zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 uitspraken juist zijn.)

1. We hebben gezien dat ‘zelf helemaal verantwoordelijk zijn voor je geluk’ een populair thema is.
2. We hebben in dit hoofdstuk twee uitersten gezien; ‘geluk afdwingen’ en ‘geluk waar je geen invloed op kunt uitoefenen’.
3. Het woord ‘geluk’ kan twee betekenissen hebben: geluk hebben en gelukkig zijn.
4. Dat ‘het glas half vol of half leeg is’ is een eenvoudige manier om uit te drukken dat geluk ook afhangt van je innerlijke houding.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.

Vraag 8

Welke van de volgende beweringen is/zijn niet juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

1. We hebben gezien dat er veel metaforen geschikt zijn om over het menselijk geluk en ongeluk na te denken.
2. Het plantje als metafoor voor de mens laat alleen zien dat verzorging en aandacht belangrijk zijn om gelukkig te worden.
3. Volgens de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum heeft de mens het geluk niet in eigen hand.
4. Martha Nussbaum vindt dat de mens het geluk vooral in zichzelf moet vinden; anderen vormen al snel een bedreiging voor je geluk.
5. Uitspraken a. b. c. en d. zijn onjuist.