Woord |
Definitie |
Abrahamitische godsdiensten |
Verzamelnaam voor jodendom, christendom en islam; de Abrahamverhalen zijn voor alle drie belangrijk.
|
Absolute zekerheid |
Overtuiging dat iets onomstotelijk vaststaat, dat men over een waarheid beschikt die door het verstand kan worden vastgesteld. Indien men meent dat absolute zekerheid ook voor het eigen levensbeschouwelijk standpunt geldt, staat men niet open voor opvattingen van anderen en is een echte dialoog niet mogelijk.
|
Ahimsa |
Een belangrijke waarde binnen hindoeïsme en boeddhisme. Het houdt zowel geweldloosheid in als eerbied voor al wat leeft. Ahimsa betekent letterlijk: geen letsel (‘a-’ is ‘niet’ en ‘himsa’ is ‘letsel’).
|
Atman |
Onsterfelijk, goddelijk beginsel in al wat leeft, de aanwezigheid van Brahman in de mens, vandaar: atman is brahman. Atman moet niet verward worden met het persoonlijk bewustzijn of karakter. Eventueel te vertalen als ‘ziel’.
|
Autonomie |
Autonomie betekent dat niet iets of iemand anders bepaalt wat jij moreel goed zou moeten vinden, maar dat je dat zelf bepaalt. Je legt jezelf je eigen regels op. Het Griekse ‘autos’ betekent ‘zelf’ en ‘nomos’ staat voor ‘wet’.
|
‘Dikke-ik’ |
Iemand die zich nadrukkelijk op de voorgrond plaatst, zich lomp gedraagt naar anderen, egoïstisch is, niet veel invoelingsvermogen heeft en slecht communiceert. (Begrip van de filosoof Harry Kunneman.)
|
‘Heilig geloof’ |
Sterk overtuigd zijn van het eigen levensbeschouwelijk standpunt. Niet te verwarren met menen absolute zekerheid te hebben.
|
Bhakti-weg |
‘Bhakti’ betekent ‘overgave’. Door volledige overgave of toewijding aan Krishna of een van de andere goden zoekt men de weg die naar de verlossing voert.
|
Boete |
Het woord ‘boete’ betekent: herstelling en goedmaking (van een zonde tegenover God). Het werkwoord ‘boeten’ laat de oorspronkelijke betekenis zien in de uitdrukking ‘netten boeten’ (netten herstellen). Straffen in de zin van boeten is dus herstellen en goed maken. Het begrip ‘boete’ plaatst de straf in een religieuze samenhang. (Vergelijk ook: zonde.)
|
Brahma |
De scheppergod. Brahma: niet te verwarren met brahman.
|
Brahman |
De eeuwige, onveranderlijke en oneindige werkelijkheid, de wereldziel, de goddelijke werkelijkheid. Uit Brahman is alles ontstaan maar Brahman is geen persoonlijke god die bewust scheppend actief is. Brahman: niet te verwarren met brahma, de scheppergod.
|
Burger |
Het woord ‘burger’ drukt tegenwoordig de relatie uit van leden van de bevolking tot de staat. Burger is men dus tegenover de bestuurders en ambtenaren van de overheid. Het burgerschap houdt zowel wettelijke rechten als plichten in.
Historisch: volgens de idealen van de Franse revolutie telde het niet langer dat je ‘van adel’ was. Voortaan was iedereen eenvoudigweg ‘burger’. De Franse revolutionairen spraken iedereen, zonder enig onderscheid, aan met ‘burger’ (‘citoyen’). Omdat iedereen voortaan ‘burger’ is, zijn ook alle mensen voortaan in beginsel vrij en gelijkwaardig.
|
Calvijn |
Johannes Calvijn (1509 -1564) was een Frans-Zwitserse christelijk hervormer die veel invloed heeft gehad op het protestantisme in Zwitserland, Frankrijk, Schotland en Nederland.
|
Canon |
Het woord ‘canon’ in de samenstelling ‘Canon van Nederland’ betekent: het geheel van personen, teksten, kunstwerken en maatschappelijke processen voor een bepaalde tijdsperiode en/of gebied.
|
Ceremonie |
Plechtigheid met een vast patroon waarbij men rituelen voltrekt. Bijvoorbeeld een huwelijksceremonie.
|
Choepa |
Huwelijksbaldakijn bij de traditionele joodse huwelijksceremonie. Bij de huwelijksplechtigheid staan bruid en bruidegom in of buiten de synagoge onder een aan vier palen bevestigd baldakijn. Choepa is ook een aanduiding voor de gehele joodse huwelijksplechtigheid.
|
Code Pénal |
De Franse strafwet uit 1810. Deze oefende door de Franse bezetting van grote delen van Europa enorme invloed uit. Het strafrecht werd uniform en stond voortaan in dienst van het algemeen belang en de openbare orde. Van wat de Kerk verbood, trok men zich niet veel aan: zo treft men er bijvoorbeeld geen verbod op homoseksuele handelingen in aan.
|
Colorisme |
Discriminatie op basis van huidskleur. In een bredere betekenis duidt colorisme op een hiërarchie die niet alleen bepaald wordt door de huidskleur maar bijvoorbeeld ook door haar, kaaklijn of de breedte van de neus. Het Europese schoonheidsideaal staat in deze discriminerende hiërarchie bovenaan.
|
Communicatie |
Uitwisseling van gedachten (1.), verbinding (2.). Van het Latijnse werkwoord ‘communicare’ dat ‘delen met’ of ‘bespreken’ betekent.
|
Communiceren |
Het uitwisselen van gevoelens en gedachten. In dit hoofdstuk vooral: het voeren van een goed gesprek.
|
Concurrentie |
Letterlijk: wedijver. Uit het Latijn: ‘com’ is ‘samen’ en ‘currere’ is ‘hardlopen’. In dit hoofdstuk concreet: wedijver tussen evolutietheorie en scheppingsverhalen.
|
Conservatief |
Behoudend, vasthoudend aan het bestaande. Vergelijk ‘conserveren’: in goede staat bewaren.
|
Constantijn (de Grote) |
Keizer (280 - 337) van het Romeinse Rijk die in 313 christenen vrijheid van godsdienst verleende.
|
Consumeren |
Nuttigen, gebruiken van goederen, van levensmiddelen. (Nota bene: het Latijnse werkwoord ‘consumare’ betekent ook verkwisten, vernietigen.)
|
Coven |
Dit is een zelfstandige groep wicca-volgelingen, gewoonlijk met een of twee leiders.
|
Creationisme |
De opvatting dat het Bijbelse scheppingsverhaal letterlijk genomen moet worden, dus dat het over historische gebeurtenissen gaat (God heeft het heelal, de aarde en alle soorten levende wezens geschapen).
|
Cyclisch (in verband met tijd) |
Hierbij ervaart men de tijd als een cyclus, als een rondgang, als herhaling. Dit in tegenstelling tot een lineaire tijdopvatting waarin het gaat om het eenmalige van wat gebeurt.
|
Dapper |
Gedrag waarbij iemand zijn angst overwint (1.) om op grond van een juiste inschatting van een situatie (2.) het goede te doen (3.)
|
Delinquent |
(Uitspraak: dee-lin-kwent.) Iemand die schuldig is bevonden aan het plegen van een strafbaar feit; dader; misdadiger; crimineel.
|
Democratie |
Betekent letterlijk ‘volks-regering’. Bij deze staatvorm heeft niet slechts een kleine groep mensen de macht in handen maar alle mensen (het volk) hebben inspraak en invloed.
|
Determinisme |
De opvatting dat onze handelingen bepaald worden door voorafgaande omstandigheden. Ontkenning van de vrijheid van de wil.
|
Deugd |
Goede eigenschap; (goed) deel van iemands karakter.
|
Dharma |
Wetmatigheid van alles wat bestaat. Dit houdt ook de plicht in hiernaar te leven. Een mens moet zijn dharma respecteren: de boer moet zijn boer-zijn respecteren, dat wil zeggen zijn plicht als boer doen, een soldaat moet vechten, dat is zijn dharma etc.
|
Disciplineren |
Gehoorzaamheid aan voorschriften. Aanpassen aan de eisen die de samenleving stelt. In het gareel lopen.
|
Discriminatie |
Tegenovergestelde van gelijkwaardigheid. Het ten onrechte onderscheid maken tussen mensen op grond van ras, geslacht, seksuele geaardheid, levensovertuiging of politieke voorkeur.
|
Dubbele moraal |
Hiervan is sprake als hetzelfde gedrag van twee personen of groepen personen verschillend gewaardeerd wordt. Er wordt met twee maten gemeten.
|
Dynamisch |
Krachtig bewegend, voortdurend veranderend, vol beweging, levendig. Dynamisch staat tegenover statisch (zie aldaar).
|
Egoïsme |
Een houding waarbij iemand steeds slechts het eigen welzijn op het oog heeft en waarbij het belang van anderen geschaad wordt. Egoïsme komt van het Latijnse woord ‘ego’ dat ‘ik’ betekent.
|
Egoïsme, deel 3 |
De opvatting of levenshouding waarbij de handelwijze van een persoon wordt bepaald door de eigen belangen (‘ego’ betekent ‘ik’).
|
Emancipatie |
Bevrijding uit een achtergestelde positie en het toekennen van gelijke rechten.
|
Erotiek |
Heeft betrekking op de zinnelijke liefde. Datgene wat prikkelt tot seksuele opwinding door middel van symboliek en toespelingen. Erotiek heeft niet zo uitdrukkelijk betrekking op geslachtsgemeenschap maar meer met de gevoelens eromheen.
|
Ethiek |
Onderdeel van de filosofie waarbij men nadenkt over vragen die met goed en kwaad te maken hebben.
|
Europese Unie (EU) |
De Europese Unie (EU) is een organisatie die bestaat uit 27 Europese lidstaten (in 2021) waaronder Nederland. Binnen de EU wordt samengewerkt vooral op politiek, economisch en juridisch gebied. De Europese Commissie vormt het dagelijks bestuur. Het Europees Parlement is de direct gekozen volksvertegenwoordiging van de EU.
|
Evangelie |
Een verhaal waarin het leven van Jezus wordt beschreven. Van de vele evangeliën zijn er uiteindelijk vier in het Nieuwe Testament terechtgekomen: dat van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes.
|
Evolutie |
Een geleidelijke ontwikkeling tot iets anders (gewoonlijk: iets beters, iets hogers).
|
Evolutietheorie |
Leer van de stapsgewijze ontwikkeling van levende wezens van de ene soort uit de andere.
|
Excommuniceren |
Verbannen uit de kerkelijke gemeenschap. In de christelijke middeleeuwen betekende dit volledige maatschappelijke uitsluiting. Tegenwoordig wordt het begrip ook wel gebruikt in de algemene betekenis van buitengesloten worden.
|
Exodus |
Uittocht (uit Egypte onder leiding van Mozes). Ook aanduiding voor het tweede boek van de Tora en van de Bijbel.
|
Exodus, deel 2 |
Uittocht (uit Egypte onder leiding van Mozes). Ook aanduiding voor het tweede boek van de Tora en van de Bijbel.
|
Extase |
Gevoel buiten zichzelf te zijn en daarbij intens geluk te ervaren.
|
Farizeeën |
Dit waren vrome diepgelovige joden die niet alleen de Tora grondig bestudeerden maar ook zorgvuldig volgens die voorschriften leefden. Zij waren ervan overtuigd dat God zou ingrijpen en het Rijk Gods zou komen als het volk zich maar strikt aan de wet zou houden.
|
Feest |
Een samenkomst van een aantal mensen bij een vreugdevolle gebeurtenis of een gedenkdag.
|
Filosoferen |
Nadenken over levensvragen en antwoorden op levensvragen.
|
Filosofisch gesprek |
Gesprek dat als doel heeft om met elkaar en met behulp van argumenten meer helderheid te krijgen in levensvragen en in de antwoorden op levensvragen.
|
Futurologie |
De wetenschap die zich bezighoudt met de toekomst.
|
Geestelijk lijden |
Geestelijk lijden (ook wel psychisch lijden genoemd) heeft te maken met problemen die mensen hebben als stress, depressie, gepest en getreiterd worden, zich mislukt voelen, verdriet om een relatie die uit is of om de dood van een dierbare.
|
Geestelijke gezondheid |
Gezondheid van de geest, psyche maar ook wel mate van welbevinden, geluk of welzijn. In onderscheid met lichamelijke gezondheid.
|
Gelijkwaardigheid |
Het gelijk zijn van alle mensen voor zover alle mensen mens zijn. Anders gezegd: het van gelijke waarde zijn van alle mensen omdat alle mensen mens zijn.
|
Geloof |
Een overtuiging waarover je geen absolute zekerheid kunt krijgen. In Wijs Worden gebruiken we vooral als voorbeeld: 1. geloof dat God bestaat tegenover 2. geloof dat er geen god bestaat.
|
Gemeenschappelijke levensbeschouwing |
Een levensbeschouwing die binnen een grotere gemeenschap van mensen wordt aangehangen. Er is sprake van een organisatie en min of meer vaste rituelen en leerstellingen.
|
Gen |
Drager van erfelijk materiaal, waarmee organismen erfelijke eigenschappen doorgeven aan hun nageslacht (van het Griekse ‘genos’ dat ‘schepping’ en ‘soort’ betekent).
|
Gewone vragen |
Vragen waarop een eenduidig antwoord gegeven kan worden; vragen die over feiten gaan.
|
Goddelijke drie-eenheid |
De drie-eenheid, triniteit of drievuldigheid is het christelijke idee dat de éne God bestaat in drie goddelijke personen: de Vader, de Zoon (dat is Jezus die God wordt) en de Heilige Geest. Soms krijgen deze drie aparte functies: de Vader is dan de Schepper, de Zoon is de Verlosser en de Heilige Geest de Helper.
|
Gouden regel (gulden regel) |
Algemene regel om vast te stellen wat in veel gevallen goed en kwaad inhoudt. ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.’
|
Gradueel (verschil) |
Hierbij gaat het om kleine verschillen (graden), niet om een wezenlijk verschil, dit in onderscheid met een principieel verschil (zie aldaar).
|
Grondwet |
De grondwet bevat de grondbeginselen van de regering van een staat. De grondwet regelt hoe staatsorganen zoals de Ministerraad, de Eerste en Tweede Kamer, de politie etc. met elkaar moeten omgaan. De grondwet stelt ook de rechten en plichten van alle burgers vast zodat individuen en groepen binnen een staat beschermd worden. Daarbij gelden met name de vier hoofdwaarden: vrijheid, gelijkheid, democratie en tolerantie.
|
Hedonisme |
De opvatting dat genieten het allerbelangrijkste is en dat we ons ook moeten laten leiden door dit beginsel. Het goede bestaat in genot en we moeten ook streven naar genot.
|
Heks |
Vroeger in Europa een beoefenaar van de overblijfselen van een voorchristelijke volksmagie met gebruik van kruiden, bronnen, rivieren en stenen. Later kreeg het woord ‘heks’ een uiterst negatieve betekenis en dacht men aan een boosaardige oude tovenares die zwarte magie bedreef en verbrand moesten worden. Binnen de tegenwoordige wicca-religie is een heks hetzelfde als een wicca.
|
Hekserij |
Hekserij wordt ook wel getypeerd als La Vecchia Religione, de oude religie (dus met voorchristelijke of heidense wortels, vergelijk ‘paganisme’). In plaats van ‘hekserij’ gaat tegenwoordig de voorkeur veelal uit naar het woord ‘wicca’.
|
Heteronomie |
Hiervan is sprake als men zich onderwerpt aan de leefregels van iemand of iets anders in plaats van dat je regels in jezelf vindt. ‘Heteronomie’ komt uit het Grieks: ‘heteros’ betekent ‘ander’ en ‘nomos’ betekent ‘wet’.
|
Heteroseksualiteit |
Seksualiteit gericht op personen van andere geslacht. ‘Heteros’ komt uit het Grieks en betekent ‘ander’, ‘het andere’.
|
Hindoestanen |
Hindoestanen zijn mensen van Surinaams-Indiase komaf. Bijna alle hindoes in Nederland zijn van Hindoestaanse origine.
|
Holisme |
De overtuiging dat het geheel van een systeem meer is dan de optelsom van de afzonderlijke delen (het Griekse woord holon betekent: ‘geheel’). Als levensovertuiging: alles op aarde heeft een doel en maakt deel uit van een kosmisch plan. Tussen de overal aanwezige energiesystemen bestaat interactie. Een holistische therapie als Reiki gaat ervan uit dat levensenergie genezend werkt.
|
Homoseksualiteit |
Seksualiteit gericht op personen van hetzelfde geslacht. ‘Homos’ komt uit het Grieks en betekent ‘eender’, ‘dezelfde’.
|
Humanisme |
De levensbeschouwing waarin de menselijke waardigheid centraal staat. Humanisten leggen de nadruk op waarden als: een menswaardig bestaan voor iedereen, vrijheid en zelfbeschikking, zelfontplooiing, solidariteit met anderen, het vermogen tot zelfstandig nadenken en verdraagzaamheid.
|
Hypocrisie |
Huichelarij. Bijna letterlijk uit het Grieks waar ‘hupokrisis’ hypocrisie of huichelarij betekent. Vergelijk ook ‘hupokritès’ dat droomuitlegger en toneelspeler betekent.
|
Identiteit |
Eenvoudig gezegd: wie of wat je bent; een ‘ik’ zijn dat ergens voor staat. Daarbij spelen twee zaken een rol: het tot een groep behoren (1.) en het je binnen die groep enigszins kunnen onderscheiden (2.).
|
Ik-standpunt |
Het bekijken van de werkelijkheid puur vanuit je eigen positie.
|
Illusie |
Droombeeld, gezichtsbedrog, schijnwerkelijkheid. Een verwachting hebben die niet vervuld kan worden.
|
Individuele levensbeschouwing |
De levensbeschouwing van een afzonderlijk persoon; levensvragen en antwoorden van een individueel persoon.
|
Intelligent Design (ID) |
De opvatting die stelt dat God de evolutie in de juiste banen heeft geleid: de werkelijkheid als geheel is een intelligent ontwerp (intelligent design) van God zelf.
|
Intimiteit |
Datgene wat zeer persoonlijk is en je slechts deelt met een – of hooguit – enkele personen. Innig, eigen, privé en vertrouwelijk.
|
Jahwe |
Een van de namen voor God in het Oude Testament (TeNaCh).
|
Jeugdmantelzorger |
Een jeugdige die niet-beroepsmatig zorg verleent aan een ander (familie of vriend).
|
Jij-standpunt |
Je kunnen verplaatsen in een ander persoon. Poging vanuit het perspectief van een ander naar de werkelijkheid te kijken.
|
Jnana-weg |
(Spreek uit: njana.) De weg naar bevrijding door het directe inzicht.
|
Kannibalisme |
Het eten van soortgenoten, bijvoorbeeld mensen die mensen eten.
|
Karma |
De bagage die je meebrengt uit een vorig leven maar die je ook kunt verwerven in het bestaan dat je nu leidt. Karma kan positief of negatief zijn.
|
Klaagmuur |
De klaagmuur is een zijde van de tempel in Jeruzalem die na de verwoesting in 70 na Christus overeind bleef staan. Feitelijk gaat het niet om de muur van de tempel zelf maar om een muur die het tempelcomplex omringde.
|
Kosmisch |
Kosmisch (spreek uit: kos-mies) betekent: wat met het heelal te maken heeft.
|
Krishna |
Wordt vereerd als incarnatie van de god Vishnoe maar ook als God zelf.
|
Kwantiteit |
Hoeveelheid. In dit hoofdstuk in onderscheid met kwaliteit.
|
Laf |
Als je uit angst voor gevaar niet doet wat je behoort te doen. Een van twee uitersten (laf en overmoed) waartussen men de deugd kan vinden.
|
Legaliteitsbeginsel |
Het beginsel binnen een rechtsstaat dat iemand door een rechtbank alleen gestraft mag worden als de overtreding in de wet als strafbaar feit is aangemerkt. Kort gezegd: geen straf zonder wet.
|
Levensbeschouwing |
Het geheel van levensvragen en de antwoorden daarop. Ook: naar het leven (alles wat bestaat) kijken (‘schouwen’) en daar een mening bij hebben. Daarbij een van de drie terreinen (naast smaak en toekomst) waarop een mens geen absolute zekerheid kan krijgen.
|
Levensvragen |
Meningsvragen over wat het allerbelangrijkste is in het leven.
|
Lex talionis |
De wet van de vergelding, ofwel: ‘oog om oog, tand om tand’ als verzoening van de misdaad. Gerechtigheid betekent hier: je krijgt terug wat je zelf gedaan hebt.
|
Lineair (in verband met de tijd) |
Het lineair of historisch beeld van de tijd ziet de tijd als een lijn die vanuit het verleden komt en via het nu naar de toekomst gaat. Gebeurtenissen zijn eenmalig in een voortgaande tijd. Dit in tegenstelling tot een cyclische tijdopvatting. Zie aldaar.
|
Lineair (in verband met tijd) deel 2 |
Hierbij ervaart men de tijd als verlopend in een lijn, als eenmalig, van verleden naar toekomst, van jong naar oud. Dit in tegenstelling tot een cyclische tijdsopvatting waarin het gaat om de herhaling, om de terugkeer.
|
Luther |
Maarten Luther (1483 - 1546) was een Duitse Augustijner monnik en theoloog die protesteerde tegen de misstanden in de kerk. Hij staat aan het begin van de reformatie.
|
Magie |
Handelingen waarmee mensen proberen macht uit te oefenen op allerlei (ook verborgen) krachten. Vroegere betekenis: toverkunst; vergelijk zwarte magie.
|
Mantelzorger |
Iemand die niet-beroepsmatig zorg verleent aan een ander (familie of vriend).
|
Matriarchaat |
Op de eerste plaats duidt matriarchaat op samenlevingen waarbij kinderen tot de stam van de moeder (in het Latijn: mater) behoren, van deze de naam krijgen en de goederen erven. Op de tweede plaats duidt het op een maatschappij waarin vrouwen een overheersende rol hebben (in het Grieks betekent archein onder meer ‘heersen’).
|
Maya |
Betekent letterlijk: illusie. Volgens het hindoeïsme en boeddhisme is de mens met een sluier van valse voorstellingen omgeven: zijn zintuigen misleiden hem en wat hij waarneemt interpreteert hij verkeerd. Door dit valse beeld van zichzelf en de wereld waarin hij leeft, kan de mens geen geluk en bevrijding vinden. Door meditatie kan men wel tot het ware inzicht komen.
|
Mensbeeld |
Een mening over de aard, de natuur of het wezen van de mens; het gaat daarbij om kenmerken en eigenschappen die op alle mensen van toepassing zijn.
|
Metafoor |
Komt van het Griekse ‘metaforein’ dat vrij vertaald betekent: naar elders overbrengen. Metaforisch taalgebruik is overdrachtelijk taalgebruik. Men kan ook spreken van ‘beeldende taal’.
|
Metafoor, deel 2 |
Komt van het Griekse ‘metaforein’ dat vrij vertaald betekent: naar elders overbrengen. Metaforisch taalgebruik is overdrachtelijk taalgebruik. Het gaat er dan om dat (in dit hoofdstuk:) een plantje overeenkomsten heeft met de mens. Door dit figuurlijk taalgebruik draagt men betekenissen over (in dit geval van het plantje op de mens).
|
Midden |
Positie tussen twee uitersten die beide afkeurenswaardig zijn.
|
Mindfulness |
Een aandachtstraining waarbij men leert bewust aandacht te hebben voor het huidige moment zonder hierover te oordelen.
|
Mode |
Het woord ‘mode’ is afgeleid van het Latijnse ‘modus’ dat onder meer ‘manier’ of ‘wijze’ betekent. De enge betekenis van ‘mode’ heeft betrekking op je ‘manier’ van kleden: de manier van kleden die je in een bepaalde tijd overal ziet. Een ruime betekenis van ‘mode’ houdt in dat niet alleen kleding maar ook tal van andere verschijnselen ‘mode’ (ofwel: voor veel mensen tijdelijk aantrekkelijk) kunnen zijn.
|
Moksha |
Bevrijding uit de cyclus van leven en dood, het ik-gevoel afgeschud hebben. Het hindoe-begrip ‘moksha’ komt globaal overeen met het boeddhistisch begrip ‘nirwana’.
|
Monotheïsme |
Levensbeschouwing waarbij men in één god gelooft. Van ‘mono’ dat ‘een’ betekent en ‘theos’ dat god betekent.
|
Moraal |
Het geheel van waarden en normen dat ons handelen richting geeft.
|
Moreel |
Wat in overeenstemming is met de moraal. (Immoreel: wat in strijd is met de moraal).
|
Morele oorzaak (van lijden) |
Hiervan is sprake als mensen terecht verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor lijden. Dit betekent niet per se dat dit lijden gewild is, het kan ook gaan om nalatigheid. Bij nalatigheid kun je denken aan onvoldoende oplettendheid, men had beter op de hoogte kunnen en moeten zijn.
|
Mutatie |
Een verandering in het erfelijk materiaal (DNA).
|
Mythe |
Een fantasierijk verhaal waarin goden of goddelijke voorouders een rol spelen. De verhalen gaan vaak over het ontstaan en de ondergang van de wereld of van een cultuur. In afgeleide zin betekent mythe ook: een onzinnig of verzonnen verhaal.
|
Mythisch verhaal |
Een fantasierijk verhaal waarin goden of goddelijke voorouders een rol spelen. De verhalen gaan vaak over het ontstaan en de ondergang van de wereld of van een cultuur. In afgeleide zin betekent mythe ook: een onzinnig of verzonnen verhaal.
|
Nature-nurture-debat |
De discussie of menselijke eigenschappen bepaald zijn door aanleg (nature) dan wel door opvoeding en omgeving (nurture).
|
Natuurlijke oorzaak (van lijden) |
Hiervan is sprake als het lijden mensen overkomt en waarvoor je anderen niet terecht verantwoordelijk kunt stellen. Een voorbeeld: een natuurramp waarmee werkelijk niemand rekening had gehouden, niemand kon dit zien aankomen.
|
Natuurlijke selectie |
Dit houdt in dat organismen die beter in hun omgeving passen, meer kans hebben om te overleven en voor nakomelingen te zorgen dan minder goed aangepaste organismen. Degene die het best is aangepast, heeft grotere overlevingskansen (in ‘the struggle for life’) en zal de overhand in de groep krijgen (‘survival of the fittest’).
|
Neutraal |
Datgene wat niet goed is maar ook niet slecht/kwaad.
|
Nieuwe tijd |
De periode vanaf ongeveer het jaar 1500 tot heden. De nieuwe tijd begint met renaissance en humanisme (zie aldaar).
|
Nirwana |
Doel van de boeddhist: het bereiken van de verlichting; bevrijd zijn van iedere begeerte en verwarring. Dood en lijden worden niet meer ervaren en de verlichte zal niet meer opnieuw geboren worden. De betekenis van nirwana lijkt op wat hindoes met ‘moksha’ aanduiden.
|
Norm |
Regel of norm. Regels zijn er om 1. het samenleven mogelijk te maken. 2. wat belangrijk gevonden wordt, mogelijk te maken.
|
Norm |
Regel of norm. Regels zijn er om 1. het samenleven mogelijk te maken. 2. wat waardevol wordt gevonden, mogelijk te maken.
|
Onderdrukking |
Het tegenovergestelde van vrijheid. Vergelijk ‘vrijheid van’.
|
Ondeugd |
Slechte eigenschap; slecht deel van iemands karakter. (Ook benaming voor een persoon die niet deugt.)
|
Onverschillig |
Zich het lot van iemand niet aantrekken; liefdeloos en zonder interesse.
|
Orthodox |
Wie orthodox is, is ‘recht in de leer’: zo iemand houdt streng vast aan traditionele dogma’s, meestal in religieus opzicht. Orthodoxie komt soms in de buurt van fundamentalisme. In orthodox zitten de Griekse woorden orthos ‘juist, recht’ en doxa ‘mening, oordeel’.
|
Overmoed |
Verkeerde (overmoedige) inschatting van wat men kan; onderschatting van gevaren. Een van twee uitersten (laf en overmoed) waartussen men de deugd kan vinden.
|
Paganistisch |
Dit betekent heidens. Tegenwoordig is ‘paganism’ in het Engelse taalgebied een algemene term voor volgelingen van wicca.
|
Paracetamol |
Pijnstillend en koortsverlagend medicijn dat zonder doktersvoorschrift verkrijgbaar is.
|
Periodieke onthouding |
Het zich onthouden van seksuele omgang gedurende de vruchtbare periode van de vrouw om zo zwangerschap te voorkomen.
|
Pescotariër |
Iemand die geen zoogdieren of vogels eet maar wel vis en andere zeedieren.
|
Polytheïsme |
Veelgodendom; ‘poly’ betekent ‘veel’ en ‘theïsme’ komt van ‘Theos’ dat ‘God’ betekent.
|
Pornografie |
Uit het Grieks: pornos = wie zich aan ontucht/prostitutie schuldig maakt, grafein = beschrijven. Het gaat om gedetailleerde beschrijvingen en (al dan niet: bewegende) beelden van de lichamelijke aspecten van de seksualiteit. Pornografie heeft de bedoeling seksueel te prikkelen.
|
Principieel (verschil) |
Hierbij gaat het om een wezenlijk verschil, om een verschil in herkomst, of grondslag, dit in onderscheid met een gradueel verschil (zie aldaar).
|
Profaan |
Werelds, niet-gewijd, onkerkelijk.
|
Proportionaliteitsbeginsel |
Houdt in dat de opgelegde straf in verhouding moet staan tot (of: evenredig moet zijn aan) de ernst van de overtreding of van het misdrijf. De straf behoort dus niet te licht maar ook niet te zwaar te zijn.
|
Psychologie |
Wetenschap van de menselijke geest en het menselijk gedrag. Een belangrijke vraag voor de psychologie is: waarom doen mensen wat ze doen?
|
Rabbi |
Ook wel rabbijn; titel voor een geleerde op het gebied van de joodse wet. Leider van de synagoge en/of voorganger binnen de joodse eredienst.
|
Reïncarnatie |
Wedergeboorte, letterlijk: weer tot vlees worden. Uit het Latijn: ‘re’ is weer, ‘in’ is ‘tot' of ‘naar’, en ‘caro’ (carnis, carne etc.) betekent ‘vlees’.
|
Rechtsstaat |
Hiermee wordt een staat bedoeld waar het recht het hoogste gezag is en waar niet door machthebbers willekeurig kan worden gehandeld. Dat betekent dat er wetten bestaan die burgers tegen de overheid beschermen zodat ze in vrijheid
kunnen leven. In een rechtsstaat zal de overheid zich ook inspannen de rechtsgelijkheid te bevorderen.
|
Regel |
Norm of regel. Normen zijn er om 1. het samenleven mogelijk te maken. 2. wat belangrijk gevonden wordt, mogelijk te maken.
|
Renaissance |
De overgangsperiode in de Europese geschiedenis tussen middeleeuwen en nieuwe tijd. In die bloeiperiode van kunsten en letteren liet men zich inspireren door de klassieke oudheid. Renaissance betekent letterlijk wedergeboorte (van het Franse ‘renaître’).
|
Rijk Gods |
Ideale wereld die door Gods ingrijpen tot stand komt. De komst van het Rijk Gods wordt voorafgegaan door een boodschapper van God, een Messias. Het Rijk Gods moet niet verward worden met de hemel; daarbij gaat het om een verblijf voor de zielen van overledenen.
|
Ritueel |
Een handeling met 1. een symbolische betekenis die 2. op een vast tijdstip of bij een bepaalde gelegenheid plaatsvindt 3. en volgens een vast patroon wordt uitgevoerd.
|
Sacraal |
Heilig. Sacraal komt uit het Latijn: sacer is ‘heilig’.
|
Samsara |
Betekent letterlijk: ronddraaien. De hindoe bedoelt hiermee de eindeloze cyclus van sterven en wedergeboren worden, een werkelijkheid vol verlangen, pijn en fout inzicht.
|
Scheppingsverhaal |
Verhaal over de oorsprong van de mens en de wereld. Zo’n verhaal kunnen we opvatten als een verzameling antwoorden op zowel gewone vragen als levensvragen. De vragen waarop het verhaal de antwoorden vormt, worden in het verhaal zelf meestal niet gesteld.
|
Secularisatie |
Dit woord betekent letterlijk verwereldlijking, van het Latijnse woord ‘saeculum’ dat onder meer ‘wereld’ betekent. (Zie verder par. 2.3.)
|
Seksualiteit |
Bepaalde gevoelens en handelingen van lichamelijke aard die gepaard gaan met lust en opwinding. Geslachtsdrift. Uiting op het gebied van het geslachtsleven.
|
Seksuele chantage |
Onder ernstige druk gezet worden (bedreigd worden) om tegen je zin aan seks te doen. Seks afpersen door dreigementen (vergelijk: geld afpersen door dreigementen).
|
Seksuele revolutie |
Plotselinge en grote veranderingen (vanaf ongeveer 1960) in seksueel gedrag en in de waardering hiervan.
|
Sekte |
Een (beperkte) groep mensen met eigen godsdienstige opvattingen en gebruiken. Gewoonlijk zijn sekten afsplitsingen van grotere godsdienstige levensbeschouwingen.
|
Sharia |
De (religieuze) wet van de moslims. Het woord ‘sharia’ betekent ‘pad naar de waterbron’. Voor moslims is de sharia de ‘weg’ van God die tot het geluk leidt. De sharia is niet duidelijk in een boek vastgelegd. In het islamitisch recht beroept men zich dan ook op eerdere uitspraken waardoor sharia tot onderling strijdige conclusies kan leiden. Feitelijk bestaat er dus niet één sharia.
|
Shiva |
De god zowel van de vernietiging als van de schepping die elkaar in een eeuwige beweging volgen. Bekend is de voorstelling van de dansende Shiva.
|
Sjamaan |
Priester bij (met name) Siberische volkeren die contact onderhoudt met de wereld van de geesten en de voorouders. Om dat te bereiken moet de sjamaan eerst in trance geraken. Door magie probeert hij zieken te genezen en controle uit te oefenen op gebeurtenissen.
|
Smaak |
Binnen het kader van dit hoofdstuk: een van de drie terreinen (naast toekomst en levensbeschouwing) waarop een mens geen absolute zekerheid kan krijgen.
|
Spiritualiteit |
(deel 3, hoofdstuk 2, zie par. 3.1)
|
Spiritueel |
Tot de geest behorend, onstoffelijk. (Vergelijk het Latijnse‘spiritus’ dat ‘adem’, ‘lucht’ en ook ‘geest’ betekent. En ook het Engelse en Nederlandse ‘spirit’: ‘geestelijke kracht’ en ‘pit’.)
|
Statisch |
Niet beweeglijk. Het Latijnse ‘statio’ betekent ‘stilstaan’ en ‘standplaats’. Vergelijk in het Nederlands ‘station’ en het werkwoord ‘staan’. Statisch staat tegenover dynamisch (zie aldaar).
|
Straf |
Straf is een onaangenaam ervaren maatregel als reactie op ongeoorloofd handelen.
|
Strafdoelen |
Strafdoelen kunnen onderscheiden worden in zes groepen: 1. vergelding, 2. herstel, 3. veiligheid, 4. onschadelijk maken, 5. inzicht, 6. opvoeding.
|
Strafmaat |
De duur of omvang van een opgelegde of geëiste straf.
|
Strafrecht |
Het door de overheid gebruikte geheel van uitgangspunten en regels die gelden voor het opleggen van een straf.
|
Struggle for life |
Zie: natuurlijke selectie.
|
Subjectief |
In dit hoofdstuk: persoonsgebonden. Geluk kan voor verschillende mensen in verschillende ervaringen bestaan.
|
Survival of the fittest |
Zie: natuurlijke selectie.
|
Symbool |
Alles en nog wat (voorwerpen, handelingen, dieren, bloemen of water) kan tot symbool worden. Dat wil zeggen dat het verwijst naar iets anders. Een symbool bevat daarmee een levensbeschouwelijke betekenis. In het christendom heeft het kruis een levensbeschouwelijke betekenis.
|
Symbool, deel 1 |
Alles en nog wat (voorwerpen, handelingen, dieren, bloemen of water) kan tot symbool worden. Dat wil zeggen dat het verwijst naar iets anders. Zo kan een hond symbool staan voor trouw, een bloem voor liefde. Een symbool bevat daarmee een levensbeschouwelijke betekenis. Dit in tegenstelling tot een teken (bijvoorbeeld: een verkeersbord). Die betekenis is gewoonlijk niet eenduidig.
|
Symbool, deel 2 |
Afgesproken herkenningsteken. Zo is het kruis een herkenningsteken voor het christendom. ‘Symbool’ gaat terug op het Griekse sunballein (sun betekent ‘samen’ en ballein ‘werpen’). Oorspronkelijk hadden twee mensen als herkenningsteken ieder een stuk van een gebroken voorwerp; men kon dan ter identificatie beide stukken aan elkaar passen (‘samen werpen’).
|
Symbool, deel 2 h3 |
Alles en nog wat (voorwerpen, handelingen, dieren, bloemen of water) kan tot symbool worden. Dat wil zeggen dat het verwijst naar iets anders. Zo kan een hond symbool staan voor trouw, een bloem voor liefde. Een symbool bevat daarmee een levensbeschouwelijke betekenis. Die betekenis is gewoonlijk niet eenduidig. Dit in tegenstelling tot een teken (bijvoorbeeld: een verkeersbord).
|
Synagoge |
Joods leerhuis. Ook wel ‘sjoel’ genoemd (vergelijk het Duitse woord voor school: Schule).
|
Teken |
Een teken bevat een eenduidige boodschap, die niet levensbeschouwelijk van aard is. Een verkeersbord is een goed voorbeeld van een teken.
|
TeNaCH |
Aanduiding - in de vorm van een afkorting - voor de joodse heilige boeken: Tora (Wet), Newi’iem (Profeten) en Chetoewiem (Geschriften).
|
Toekomst |
Binnen het kader van dit hoofdstuk: een van de drie terreinen (naast smaak en levensbeschouwing) waarop een mens geen absolute zekerheid kan krijgen.
|
Tolerant(ie)/ Verdraagzaamheid |
Is een ander woord voor ‘verdraagzaam(heid)’. Tolerantie houdt op waar één van de andere hoofdwaarden wordt ontkend. (Intolerant betekent onverdraagzaam).
|
Tora |
Onderwijzing of leer. De Tora bestaat uit de vijf boeken van Mozes: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium.
|
Tortuur |
Foltering of pijniging op de pijnbank om een verdachte tot een bekentenis te brengen. Ook wel aanduiding voor de pijnbank zelf. (Vergelijk het Latijn: tortura (pijniging) en het Franse en Engelse: torture).
|
Traditioneel |
Berustend op overlevering, handelen en/of denken zoals gebruik of gewoonte dat meebrengt. ‘Traditie’ betekent het overdragen van opvattingen van persoon op persoon en van generatie op generatie.
|
Trance |
Toestand waarbij je bewustzijn een verandering ondergaat en de geest in vervoering is. je verkeert als het ware in een andere wereld.
|
Trimurti |
Aanduiding voor de drie belangrijke aspecten binnen de hindoe-opvatting van God. Deze aspecten zijn schepping (Brahma), onderhouden (Vishnoe) en vernietiging (Shiva).
|
Uniek |
Letterlijk: enig. ‘Ieder mens is uniek’ betekent: van jou is er maar één.
|
Utopie |
Een volmaakte situatie die nooit bereikt zal worden. Voorbeeldzin: de wereldvrede is een utopie gebleken.
|
Veganist |
Iemand die op geen enkele wijze gebruik maakt van producten die van dieren afkomstig zijn: geen vlees, geen leer, geen melkproducten, geen honing etc.
|
Vegetariër |
Iemand die geen producten eet die verkregen zijn door het doden van dieren – zowel zoogdieren, vogels als vissen.
|
Verlichting |
Culturele beweging die standpunten wil verdedigen op basis van het menselijk verstand. Argumenten die gebaseerd zijn op een politieke of religieuze autoriteit, wijst men af.
|
Versekste samenleving |
Een samenleving waarbinnen heel veel in verband gebracht wordt met seksualiteit en waarin seksualiteit extreem veel aandacht en waardering krijgt.
|
Verwondering |
Je staat stil en stelt levensvragen bij wat aanvankelijk als vanzelfsprekend en gewoon werd ervaren.
|
Vishnoe |
Vishnoe is binnen de hindoe drie-eenheid het onderhoudende, zorgende en beschermende aspect van alles wat bestaat.
|
Vrijheid |
Zelf mogen en kunnen beslissen wat je met je leven doet. Vrijheid kan ingevuld worden als vrijheid van onderdrukking (naast vrijheid als het kunnen en mogen maken van keuzes: vrijheid tot).
|
Waarde |
Datgene wat heel belangrijk wordt gevonden. Door middel van regels/normen kan een waarde gerealiseerd worden.
|
Waarde op zich (van een dier) |
Opvatting dat dieren los van hun economische waarde (waarde in geld) een waarde en betekenis bezitten, en daarmee niet als een (levend) ding behandeld mogen worden.
|
Waardenconflict |
Dit is het geval als twee waarden niet samen gerealiseerd kunnen worden. Zo kan de waarde van ‘de waarheid spreken’ in conflict komen met ‘de waarde van het leven’ (bijvoorbeeld als je in een oorlogssituatie gevraagd wordt de verblijfplaats van onschuldige mensen te verraden).
|
Weeldewetten |
Wetten vanaf het einde van de middeleeuwen die inhielden dat mannen en vrouwen zich in de openbare ruimte niet met duurdere kleding mochten vertonen dan het stadbestuur passend achtte bij hun sociale status.
|
Wereldburger |
Een wereldburger of kosmopoliet is iemand die de hele wereld als zijn vaderland beschouwt, iemand die het belang van alle mensen op het oog heeft. Geen landsgrens, huidskleur, ras of levensbeschouwing.
|
Wetenschappelijke vraag |
Een gewone maar moeilijke vraag waarop een zeker (bewijsbaar) antwoord mogelijk is.
|
Wicca |
Dit is op de eerste plaats een los georganiseerde, eigentijdse religie met spirituele wortels in het sjamanisme en met diepe eerbied voor de natuur.
Daarnaast is een wicca een beoefenaar van de wicca religie. Dit woord heeft tegenwoordig voor veel wicca’s de voorkeur boven het woord ‘heks‘ dat sterk beladen is (zie verder par. 4.1).
|
Wraak |
Een daad van het slachtoffer om leed te berokkenen aan degene die in eerste instantie zelf leed heeft berokkend (de dader).
|
Wraakrecht |
Het recht van degene die gekrenkt is (of tegen wie onrecht is geschied) om wraak te nemen: de mate van wraak is gewoonlijk aan regels gebonden.
|
Wrok |
Een emotie ontstaan door aangedaan leed of onrecht waarbij men neigt naar wraak nemen. Gevoelens van wrok kunnen dus tot wraak leiden.
|
Yoga |
Hindoeïstische filosofie die leert de geest, het gevoel en het lichaam te beheersen om daarmee de vereniging met het goddelijke tot stand te brengen. Er bestaan verschillende soorten yoga bijvoorbeeld; jnana-yoga en bhakti-yoga. In het Westen bedoelt men met yoga meestal de hatha-yoga, een tak van yoga waarbij het vooral om lichaamsoefeningen gaat.
|
Zekerheid |
Kan men verkrijgen door a. waar te nemen met de zintuigen (zien, horen, ruiken, voelen en proeven), b. nadenken.
|
Zelfbeschikking |
Het recht zelf keuzes te kunnen maken, autonomie. Het begrip kan betrekking hebben op het individu maar ook op een volk.
|
Zelfzorg |
Goed omgaan met jezelf: goed zorgen voor je lichaam en geest. Hierbij hoort het vermogen jezelf kritisch op dit punt te kunnen aanspreken: zorg ik wel goed voor mezelf? Zelfzorg: niet te verwarren met egoïsme.
|
Zintuigen |
Met onze zintuigen (zien, horen, ruiken, voelen en proeven) kunnen we de werkelijkheid waarnemen).
|
Zonde |
Ingaan tegen de wil van God of tegen Gods regels zoals die in een religie zijn neergelegd. Door het begrip ‘zonde’ wordt een overtreding of misdrijf in een religieuze samenhang geplaatst. (Vergelijk ook: boete.)
|
Zondeval |
Het tegen de wil van God ingaan door Adam en Eva toen zij aten van de verboden vrucht.
|